Ondersteuning van wondgenezing door BEMER therapie
De fysische vasculaire therapie BEMER kan de beperkte doorbloeding van de kleinste bloedvaten stimuleren waardoor de lichaamseigen genezings- en herstelprocessen op positieve wijze ondersteund worden. Het natuurlijke reactievermogen van het immuunsysteem wordt gestimuleerd door de krachtigere lichaamseigen controlemechanismen. Het zelfgenezend vermogen wordt daarbij geactiveerd hetgeen weer een positief effect heeft op de genezing van wonden. Steeds meer therapeuten en artsen passen de fysische vasculaire therapie BEMER toe in hun praktijk.
Hoe werkt BEMER therapie?
Door elektromagnetisch overgedragen pulssignalen wordt de pompende beweging van de kleinste bloedvaten gestimuleerd waardoor de doorbloeding weer op een normaal niveau teruggebracht kan worden. De lichaamscellen profiteren van de betere aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen en kunnen hun taken in het genezingsproces van de wond beter uitvoeren. Daarnaast komt er door de behandeling extra energie vrij voor lichamelijke en geestelijke prestaties, hetgeen een positief effect heeft op het algemeen welbevinden.
Zorg dat u op de hoogte bent
Over wondgenezing
Wondgenezing
Met “wondgenezing” bedoelen we het biologische proces waarbij het beschadigde weefsel weer volledig herstelt of vervangen wordt door littekenweefsel. Normaal gesproken verloopt dit proces zonder tussenkomst van een arts. Het proces kan door middel van therapie wel versneld worden.
Verschillende fasen van wondgenezing
Het natuurlijke, biologische genezingsproces van de wand begint al na enkele minuten, wat door middel van een speciaal procedé aangetoond kan worden. Het genezingsproces van een wond speelt zich af in vier fases die elkaar deels overlappen en waarvan de grenzen niet geheel vaststaan. Eerste fase De exsudatieve fase van de wondgenezing vindt tijdens de eerste uren plaats. De wondopening wordt opgevuld met gestold bloed en de aanmaak van fibrine. Hierdoor ontstaat een korst die de wond beschermt tegen invloeden van buitenaf. Rond de wond ontstaat een typisch wondoedeem. Tweede fase De eerste tot en met de derde dag na het ontstaan van de wond staan in het teken van de resorptieve fase. Tijdens deze fase eten macrofagen bloedstolsels vol bacteriën op in het wondweefsel. Het basale epitheel begint zich te organiseren en er ontstaat granulatieweefsel. Derde fase Ongeveer de vierde tot en met de zevende dag na de beschadiging vindt de proliferatiefase plaats. Tijdens deze fase wordt collageen aangemaakt om het weefsel rond de wond weer op te bouwen. Vierde fase De reparatiefase begint na de achtste dag. Het plaveiselepitheel van de huid vernieuwt zich en er ontstaat blijvend littekenweefsel. Het ontstane littekenweefsel bevat geen talg- en zweetklieren en heeft de witte kleur van parelmoer. De eerste en tweede fase van het genezingsproces van wonden worden ook wel de “reinigingsfase” genoemd. Daarnaast wordt een onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire wondgenezing. Bij een primaire wondgenezing ontstaan gladde, nauw op elkaar aansluitende wondranden. Voorwaarden voor deze vorm van genezing zijn een goede doorbloeding van de wond en zuivere omstandigheden, met zo min mogelijk bacteriën. Wonden genezen met name primair na een chirurgische ingreep of trauma als gevolg van scherpe voorwerpen. Maar ook grote, oppervlakkige wonden, zoals schaafplekken genezen primair door het herstel van de opperhuid. Bij een secundair genezingsproces sluiten de wondranden niet goed op elkaar aan, bevatten ze dood celmateriaal, is er sprake van een grote beschadiging en heelt de wond met name door de vorming van granulatieweefsel. Kenmerkend voor een secundaire genezing is het ontstaan van nieuw weefsel en contractie van de wond. Na een wondinfectie geneest een wond secundair.
Kan het wondgenezingsproces beïnvloed worden?
Het genezingsproces van een wond kan zowel op positieve als negatieve wijze beïnvloed worden. Positief is bijvoorbeeld de aanvoer van vitamines, zuurstof, warmte en zink. Zuurstofgebrek, een koude omgeving, een tekort aan zink en aandoeningen als diabetes mellitus hebben een negatief effect op het genezingsproces van een wond.
Verstoorde wondgenezing
De verschillende fases van het genezingsproces van wonden kunnen door bepaalde invloeden onderbroken of vertraagd worden. In dat geval spreken we van een verstoorde wondgenezing. Schadelijke indringers als bacteriën kunnen het genezingsproces danig verstoren en leiden tot slechtere omstandigheden rond de wond. Om dit te voorkomen, dient het wondbed iedere dag ontsmet te worden. In sommige gevallen wordt antibiotica voorgeschreven of is een operatieve ingreep noodzakelijk. De aanwezigheid van bloedplasma of weefselvloeistof in de holle ruimtes vormt een andere complicatie. Soms is in dat geval een punctie noodzakelijk om de vloeistof af te laten vloeien. Het weefsel wordt hierdoor weer ontlast. Tijdens het genezingsproces vormt zich meestal ook ruw bindweefsel rond de plek van het litteken. Dit verspreidt zich meestal ook naar het gezonde weefsel eromheen. Littekenhypertrofie is een vorm van overwoekering waarbij uitsluitend littekenweefsel wordt aangetast. Een sneetje in het littekenweefsel kan hypertrofie voorkomen. Een littekenbreuk ontstaat door overbelasting van een bestaand litteken. Een littekenbreuk zien we vaak in het gebied rond de ventrale lichaamswand. Wanneer de wond onvoldoende gesloten is kan een wondruptuur ontstaan. Hierbij springt de wondnaad open. Ook een infectie kan de oorzaak zijn van een wondruptuur.